In 2007 zijn twintig experts op het gebied van hoogbegaafdheid tot een gezamenlijke positieve omschrijving van hoogbegaafdheid gekomen, nl. het Delphi-model hoogbegaafdheid.
Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.
De hoge sensitiviteit waarvan gesproken wordt in dit model, wordt op een andere wijze ook genoemd in de Positieve Desintegratie Theorie van Dabrowski (1966). Deze theorie gaat uit van een persoonlijkheidsontwikkeling opgebouwd in niveaus. Bij het eerste niveau staat het individu zelf centraal en van daaruit het vervullen van persoonlijke behoeften en wensen. In de hogere niveaus spelen moreel besef, levensbeschouwing en spiritualiteit steeds meer een rol. De hoogste niveaus worden bereikt door een relatief kleine groep mensen. Deze mensen kenmerken zich door een sterke innerlijke kracht om zich te ontwikkelen en hooggevoeligheid op lichamelijk, zintuiglijk, intellectueel, beeldend en/of emotioneel gebied.
Dabrowski noemt emotie de motor van de ontwikkeling: het groeien naar een hoger niveau gaat samen met periodes van innerlijke conflicten. Bij hoogbegaafde en -gevoelige personen komen deze perioden eerder en intenser.
Hoogbegaafd ben je vanaf je geboorte; er is een grote erfelijke component mee gemoeid. Dat houdt in de praktijk in dat veel hoogbegaafde kinderen ook hoogbegaafde ouders en/of broertjes en zusjes hebben. Het is echter niet altijd zo. Hoogbegaafde kinderen zijn al vanaf hun geboorte anders in hun reacties en ontwikkeling.
Hoogbegaafde kinderen ervaren zelf al vroeg dat ze anders zijn dan leeftijdsgenootjes. Ze kunnen zich niet herkennen in andere kinderen. Dit kan belemmerend werken bij de ontwikkeling van een positief zelfbeeld.
Het reguliere onderwijs is vaak nog niet afgestemd op het leren en zijn van hoogbegaafde kinderen. Veel scholen erkennen dit wel als probleem, maar hebben helaas niet de middelen en de specifieke kennis om het probleem aan te pakken.
Zowel kinderen als volwassenen worden belemmerd in hun ontwikkeling als er remmende factoren zijn. Hierdoor ontstaat een bore out, burn out of ontstaan lichamelijke klachten. Voor ouders is het meestal niet belangrijk dat hun kind met uitzonderlijke prestaties opvalt. Voor het kind zelf kan het erg verwarrend zijn dat je weet wat je kan en wie je bent, maar het niet op school kunt laten zien. Door een goede begeleiding leren kinderen hoogbegaafdheid en de daaraan gekoppelde sensitiviteit integreren in hun leven.
Het gaat er uiteindelijk om dat het kind zich zo door het leven kan bewegen dat het een gelukkig hoogbegaafd en sensitief kind is.